Schemagerichte therapie
Iedereen heeft een bepaalde manier waarop hij of zij kijkt naar zichzelf, de ander en de wereld om zich heen. Wanneer dit leidt tot langdurige, rigide patronen van voelen, denken en handelen kan je spreken van een gevoelige snaar (=schema). De meeste mensen hebben meerdere gevoelige snaren die van tijd tot tijd tegelijk kunnen opspelen. Zo kan je bijvoorbeeld vanuit het schema 'meedogenloze normen hebben en overdreven kritisch zijn' voordurend het idee hebben dat alles altijd beter moet en dat ook andere mensen zich moeten houden aan de hoge normen en waarden die jij stelt. Dit kan betekenen dat je nooit tevreden bent over wat je hebt bereikt en dat andere mensen in jouw ogen regelmatig iets fouts doen, wat daaropvolgend weer kan leiden tot irritatie en ruzie.
Wanneer één of meerdere schema’s geraakt worden kan je in een bepaalde gemoedstoestand (modus) terecht komen. Een modus kenmerkt zich door bepaalde (intense) emoties en bepaalde gedragingen. Veel schema’s en modi zijn in de (vroege) jeugd in contact met andere mensen ontwikkeld. Een negatief zelfbeeld is een van de grote gevolgen van disfunctionele schema's. In schemagerichte therapie is de behandeling er op gericht de onderliggende disfunctionele schema's (basisovertuigingen over jezelf, de ander en de wereld) te veranderen naar meer functionele basisovertuigingen. Dit zal leiden tot minder automatisch negatieve gedachten, meer assertiviteit en een beter zelfgevoel.